TTMIK niveau 1 les 14

From Korean Wiki Project
Jump to: navigation, search

In onze vorige les hebben we "Ik wil" leren zeggen in het Koreaans. In deze les gaan we oefenen met de structuur van “Ik wil” in enkele eenvoudige voorbeeldgesprekken.

We gaan eerst 5 werkwoorden bekijken. Het geeft niet als je ze nog niet kent. Het is op dit moment belangrijker om te weten hoe je ze gebruikt dan om ze allemaal uit je hoofd te leren.

하다 [ha-da] = doen

보다 [bo-da] = zien

먹다 [meok-da] = eten

사다 [sa-da] = kopen

마시다 [ma-si-da] = drinken

Weet je nog hoe je een werkwoord in de vorm “Ik wil + werkwoord” zet?

하 + 다 + 고 싶어요

Ja. 다 [da] haal je weg en je voegt 고 싶어요 [go si-peo-yo] toe aan het werkwoord.

하다 --> 하고 싶어요 [ha-go si-peo-yo] = Ik wil ... doen.

보다 --> 보고 싶어요 [bo-go si-peo-yo] = Ik wil ... zien.

먹다 --> 먹고 싶어요 [meok-go si-peo-yo] = Ik wil ... eten.

사다 --> 사고 싶어요 [sa-go si-peo-yo] = I wil ... kopen.

마시다 --> 마시고 싶어요 [ma-si-go si-peo-yo] = Ik wil ... drinken.


Weet je nog hoe je 'WAT' zegt in het Koreaans?

뭐 [mwo] = wat


Voorbeeldgesprekken:

Let op: In het Koreaans komt het lijdend voorwerp voor het werkwoord.

A: 뭐 하고 싶어요? [mwo ha-go si-peo-yo?] = Wat wil je doen?

B: 텔레비전 보고 싶어요. [tel-le-bi-jeon bo-go si-peo-yo] = Ik wil TV kijken.

A: 텔레비전 보고 싶어요? [tel-le-bi-jeon bo-go si-peo-yo?] = Wil je TV kijken?

B: 네. [ne] = Ja.

A: 뭐 보고 싶어요? [mwo bo-go si-peo-yo] = Wat wil je kijken?

B: 뉴스 보고 싶어요. [nyu-seu bo-go si-peo-yo] = Ik wil het nieuws kijken.

A: 이거 사고 싶어요. [i-geo sa-go si-peo-yo] = Ik wil dit kopen.

B: 이거요? [i-geo-yo?] = Deze?

A: 네. 이거 먹고 싶어요. [ne. i-geo meok-go si-peo-yo] = Ja. Ik wil dit eten.

B: 이거 뭐예요? [i-geo mwo-ye-yo?] = Wat is dit?

A: 이거 김밥이에요. [i-geo gim-bap-i-e-yo] = Dit is kimbab.

Nog een paar nuttige werkwoorden:

읽다 [ilg-da] = lezen / 읽고 싶어요 [il-ggo si-peo-yo] = Ik wil ... lezen.

자다 [ ja-da] = slapen / 자고 싶어요 [ ja-go si-peo-yo] = Ik wil slapen.

놀다 [nol-da] = 'to hang out', spelen / 놀고 싶어요 [nol-go si-peo-yo] = Ik wil spelen.

쉬다 [swi-da] = rusten / 쉬고 싶어요 [swi-go si-peo-yo] = Ik wil rusten.

일하다 [il-ha-da] = werken / 일하고 싶어요 [il-ha-go si-peo-yo] = Ik wil werken.