TTMIK niveau 1 les 5
Na het bestuderen van deze les kun je in beleefd/formeel Koreaans dingen zeggen als “A is B(zelfstandig naamwoord).” of “Ik ben ABC(zelfstandig naamwoord).”
이에요 / 예요 [i-e-yo / ye-yo]
이에요 en 예요 worden ongeveer hetzelfde gebruikt als het Nederlandse werkwoord “zijn”. Het belangrijke verschil is echter de zinsconstructie.
Nederlandse zinsconstructie:
ABC + [zijn] + DEF.
- DEF is hier een zelfstandig naamwoord.
- DEF is hier een zelfstandig naamwoord.
Bijv.)
- ABC is DEF.
- Ik ben ABC.
- Jij bent XYZ.
Koreaanse zinsconstructie:
- ABC + DEF + [zijn]
- DEF is hier een zelfstandig naamwoord.
- DEF is hier een zelfstandig naamwoord.
Bijv.)
이거 ABC예요. [i-geo ABC-ye-yo] = Dit is ABC.
In het Nederlands wordt het werkwoord “zijn” afhankelijk van het onderwerp van de zin veranderd in “ben”, “bent”, “is” of “zijn”, maar in het Koreaans gebruik je of 이에요 [i-e-yo] of 예요 [ye-yo] en dat hangt af van de laatste letter van het vorige woord, of dat een medeklinker of een klinker is. 이에요 en 예요 lijken veel op elkaar en klinken ook ongeveer hetzelfde, dus het is niet heel erg als je ze door elkaar haalt, maar het is beter als je de juiste vormen kent.
Als je in het Koreaans ABC “is” DEF wilt zeggen en het woord voor “DEF” een ondermedeklinker als laatste letter heeft, plak je er 이에요 [i-e-yo] aan vast, maar als er geen ondermedeklinker is en het woord op een klinker eindigt, plak je er 예요 [ye-yo] aan vast. Dit wordt gedaan om de verbonden delen eenvoudiger uit te kunnen spreken, dus zal het vanzelfsprekend goed gaan als je met de voorbeeldzinnen oefent.
Eindmedeklinker + 이에요 [i-e-yo]
Geen eindmedeklinker (alleen klinker) + 예요 [ye-yo]
Voorbeeldzinnen
물이에요. = 물 + 이에요 [mul + i-e-yo]
(Het is) water.
가방이에요. = 가방 + 이에요 [ga-bang + i-e-yo]
(Het is) een tas.
사무실이에요. = 사무실 + 이에요 [sa-mu-sil + i-e-yo]
(Het is) een kantoor.
학교예요. = 학교 + 예요 [hak-gyo + ye-yo]
(Het is) een school.
저예요. = 저 + 예요 [jeo + ye-yo]
Ik (ben het).
Zoals je aan de voorbeelden hierboven kunt zien, hoef je in het Koreaans geen lidwoorden te gebruiken, zoals “een”, “de” of “het” in het Nederlands. Dus als je een zelfstandig naamwoord in je Koreaanse woordenboek opzoekt, kun je er 이에요 of 예요 aan vastplakken en dan betekent het “Het is ABC.” “Dat is DEF.” “Ik ben XYZ.”
Om er een vraag van te maken hoef je alleen maar aan het einde van de zin met je stem omhoog te gaan.
물이에요. [mul-i-e-yo] = Het is water.
물이에요? [mul-i-e-yo?] = Is dat water? Is dit water?
학교예요. [hak-gyo-ye-yo] = Het is een school.
학교예요? [hak-yo-ye-yo] = Is het een school? Ben je nu op school?
뭐 [mwo] = wat
뭐예요? [mwo-ye-yo?] = Wat is dit? Wat is dat?