TTMIK niveau 2 les 21
Na deze les kun je dingen vergelijken in het Koreaans. Je kunt zeggen dat het ene groter, mooier, of beter is dan het andere.
Hoe gebruik je de “vergrotende trap” in het Koreaans:
In het Koreaans betekent het woord 더 meer. Je plaatst dit woord voor een werkwoord wat uitdrukt dat iets een bepaalde eigenschap heeft.
Voorbeeld:
빠르다 = snel zijn
더 빠르다 = sneller zijn
비싸다 = duur zijn
더 비싸다 = duurder zijn
예뻐요. = Zij/hij (etc.) is knap.
더 예뻐요. = Zij/hij (etc.) is knapper.
Hoe zeg je “dan” in het Koreaans:
Het woord wat gebruikt wordt om iets met iets anders te vergelijken is: 보다. Je kunt het vertalen met 'dan' of 'in vergelijking met'. Hoe je dit woord gebruikt, waar je het in de zin plaatst, is echter totaal anders dan in vergelijking met het Nederlands.
Nederlands: Een meloen is groter dan een appel.
Koreaans: 수박은 사과보다 더 커요.
Dus letterlijk ongeveer: Meloen, appel in vergelijking, meer is groot.
Het woord 'dan' komt in het Nederlands voor appel, maar in het Koreaans komt 보다 achter 사과.
Vorming:
dan A = A보다
meer dan A = A보다 더
Voorbeelden
1)
Groot zijn = 크다
Groter zijn = 더 크다
Het is groter. = 더 커요.
Het is groter dan deze. = 이거보다 더 커요.