TTMIK niveau 3 les 3

From Korean Wiki Project
Revision as of 22:16, 28 September 2017 by Marc Wentink (Talk | contribs)

(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)
Jump to: navigation, search

In deze les bekijken we hoe je met voorzetsels de plaats van personen en dingen beschrijft.

Laten we eerst herhalen hoe je vraagt waar iets of iemand zich bevindt. Het woord voor "waar'is 어디, en het werkwoord voor zich ergens bevinden is 있다. In een zin kan je dus vragen: "어디 있어요?" Als je gramatikaal correcter wilt zijn, kan je het deeltje voor plaats, -에, toevoegen en zeggen: 어디에 있어요?

어디 있어요?
= 어디에 있어요?
= Waar is het? / Waar ben je? / Waar zijn ze?