TTMIK niveau 1 les 17
In deze les leren we Koreaanse werkwoorden verbuigen.
In een Koreaans woordenboek staan ze in deze vorm:
가다 [ga-da] = gaan
먹다 [meok-da] = eten
자다 [ ja-da] = slapen
때리다 [ttae-ri-da] = slaan
웃다 [ut-da] = lachen
Als je de vorm van deze werkwoorden verandert om de tegenwoordige, toekomstige en verleden tijd en andere vormen uit te drukken moet je allereerst de laatste lettergreep 다 [da] weghalen om de stam te krijgen.
De stam van de werkwoorden van hierboven:
가 [ga]
먹 [meok]
자 [ ja]
때리 [ttae-ri]
웃 [ut]
Daarna voeg je de juiste uitgang toe om het werkwoord compleet te maken. In deze les leren we hoe je de woordenboekvorm van werkwoorden omzet in de tegenwoordige tijd.
De tegenwoordige tijd
Om een werkwoord in de tegenwoordige tijd te zetten neem je de stam en voeg je een van deze uitgangen toe:
아요 [a-yo]
어요 [eo-yo]
여요 [yeo-yo]
- We laten de uitgangen in de beleefde vorm zien. Maak je geen zorgen over de andere vormen van beleefdheid. Als je eenmaal hebt geleerd hoe je alles in de beleefde vorm zegt, is het heel eenvoudig om die in de andere beleefdheidsvormen te veranderen.
- We laten de uitgangen in de beleefde vorm zien. Maak je geen zorgen over de andere vormen van beleefdheid. Als je eenmaal hebt geleerd hoe je alles in de beleefde vorm zegt, is het heel eenvoudig om die in de andere beleefdheidsvormen te veranderen.
Welke van deze drie uitgangen komt er achter welke werkwoordsstam?
Dat is eenvoudig.
Als de laatste klinker van de stam een ㅏ[a] of ㅗ [o] is, zet je er 아요 [a-yo] achter.
Als de laatste klinker dat GEEN ㅏ[a] of ㅗ [o] is, wordt hij gevolgd door 어요 [eo-yo].
En maar één stam, namelijk 하 [ha], wordt gevolgd door 여요 [yeo-yo].
We gaan een paar voorbeelden bekijken.
1)
가다 [ga-da] = gaan
De stam is 가 [ga] en de laatste klinker is een ㅏ [a], dus komt er 아요 [a-yo] achter.
Het wordt dus eerst 가 + 아요, en dan om de uitspraak eenvoudiger te maken 가요 [ga-yo].
가다 [ga-da] = gaan (woordenboekvorm)
--> 가요 [ga-yo] = Ik ga. Jij gaat. Hij gaat. Zij gaat. Zij gaan. (tegenwoordige tijd)
2)
먹다 [meok-da] = eten
De stam is 먹 [meok] en de klinker is ㅓ [eo] dus GEEN ㅏ of ㅗ, dus voeg je 어요 [eo-yo] toe.
Het wordt dan 먹 + 어요 [meo-geo-yo]
먹다 [meok-da] = eten (woordenboekvorm)
먹어요 [meo-geo-yo] = Ik eet. Jij eet., etc. (tegenwoordige tijd)
- Bedenk dat de lettergrepen voor de uitspraak worden samengevoegd, dus 먹 + 어 [meok + eo] klinkt dan als
머거 [meo-geo].
3)
보다 [bo-da] = zien, kijken
Stam? 보 [bo]
Gevolgd door? 아요 [a-yo]
보 + 아요 ---> Na verloop van tijd werd de uitspraak en de schrijfwijze veranderd in 봐요 [bwa-yo]. (Zeg
보 + 아 + 요 maar drie keer snel.)
보다 [bo-da] = zien, kijken
봐요 [bwa-yo] = Ik zie. Ik kijk. Jij ziet. Jij kijkt., etc. (tegenwoordige tijd)
4)
보이다 [bo-i-da] = gezien worden, zichtbaar zijn
Stam? 보이 [bo-i]
Gevolgd door? 어요 [eo-yo]
보이 + 어요 ---> 보여요 [bo-yeo-yo]
보이다 [bo-i-da] = gezien worden, zichtbaar zijn
보여요 [bo-yeo-yo] = Het is zichtbaar. Ik zie het.
5)
하다 [ha-da] = doen
Stam? 하 [ha]
Gevolgd door? 여요 [yeo-yo]
하 + 여요 ---> 하여요 [ha-yeo-yo]
Op den duur werd 하여요 veranderd in 해요 [hae-yo].
- Bedenk dat het werkwoord 하다 zeer veelzijdig is. Je kunt er een zelfstandig naamwoord voor plakken om er nieuwe werkwoorden mee te vormen. We laten zien hoe dat in zijn werk gaat in les 23. Nu is het voldoende als je weet dat 하다 in de tegenwoordige tijd in 해요 verandert en dan “Ik doe.” “Jij doet.” “Hij doet.” of “Zij doen.” betekent.
- Bedenk dat het werkwoord 하다 zeer veelzijdig is. Je kunt er een zelfstandig naamwoord voor plakken om er nieuwe werkwoorden mee te vormen. We laten zien hoe dat in zijn werk gaat in les 23. Nu is het voldoende als je weet dat 하다 in de tegenwoordige tijd in 해요 verandert en dan “Ik doe.” “Jij doet.” “Hij doet.” of “Zij doen.” betekent.
Zijn er onregelmatige vormen of uitzonderingen?
Helaas wel. Maar maak je je daar niet al te druk om. Zelfs die uitzonderingen wijken NIET veel van de gewone regels af!! En we zullen ze geleidelijk aan op een eenvoudige manier in onze toekomstige lessen verwerken. Weer bedankt voor het samen met ons studeren van deze les!