TTMIK niveau 2 les 18
In de vorige les hebben we geleerd om te zeggen of je iets wel of niet kunt doen. In deze les gaan we leren hoe je zegt of je ergens goed of slecht in bent. Je zegt dan in het Koreaans: ik doe het goed of ik doe het slecht.
De constructie om “iets doen” te zeggen is
[object] + -을/를 (= object marker) + 하다 (= doen), en hieraan
voeg je toe: 잘 of 못.
~을/를 잘 하다 = goed zijn in (letterlijk: goed doen)
~을/를 못 하다 = slecht zijn in (letterlijk: slecht doen)
Voorbeelden
노래 = lied
노래를 잘 하다 = goed zijn in zingen
요리 = gerecht
요리를 못 하다 = slecht zijn in koken
Maar omdat 못 하다 ook “niet in staat zijn om te doen” of “niet kunnen” kan betekenen,
wordt vaak 잘 voor 못 gezet:
잘 못 하다.
잘 못 하다, betekent letterlijk “iets niet goed kunnen”
of “niet instaat zijn iets goed te doen”, wat overeenkomt met ergens slecht in zijn.
요리를 못 하다 = “slecht zijn in koken” of “niet kunnen koken”
요리를 잘 못 하다 = “slecht zijn in koken”
Meer Voorbeelden
수영 = zwemmen
수영을 잘 하다 = goed zijn in zwemmen
수영을 못 하다 = slecht zijn in zwemmen of niet kunnen zwemmen
수영을 잘 못 하다 = slecht zijn in zwemmen