TTMIK niveau 2 les 29
In deze les behandelen we hoe we alles zeggen in het Koreaans.
- 다 = alles, allen
En we kijken terug op "meer".
- 더 = meer
Waar vele sprekers in het Nederlands en Engels zelfstandig naamwoorden gebruiken en bijvoegelijk naamwoorden, wordt in het Koreaans vaak gebruik gemaakt van bijwoorden en werkwoorden. Dit is vaak een probleem bij het vertalen van Koreaans naar het Nederlands. Maar als je de onderstaande uitleg begrijpt, zal dat makkelijker gaan.
Laten we kijken hoe we 다 [da] gebruiken.
Voorbeelden:
1. 다 주세요. = Geef me alles.
2. 다 했어요.
= Ik heb alles gedaan. Ik heb het afgemaakt.
3. 다 왔어요?
= Zijn we aangekomen? (letterlijker: Zijn we gekomen tot aan alles?)
= Is iedereen gekomen?
4. 다 살 거예요?
= Ga je alles kopen?
In de bovenstaande voorbeelden, lijkt het alsof het woord 다 de functie heeft van het onderwerp of lijdend voorwerp.
In het Koreaans echter, kun je 다 beter zien als een bijwoord dat het werkwoord verandert.
커피를 마시다 = koffie drinken
커피를 다 마시다 = alle koffie drinken, maar je zou het beter vertalen als: de koffie ópdrinken.
In de zin 'alle koffie drinken' wordt alle gebruikt om de koffie te beschrijven. In het Koreaans staat
다 voor het werkwoord 마시다 en beschrijft het als een bijwoord de actie koffie drinken.
책을 읽다 = een boek lezen
책 을 다 읽다 = heel het boek lezen, het boek uitlezen
Heel het boek
Hoe zeg je dan heel het boek, als 다 gebruikt wordt om het werkwoord te veranderen, maar je wil juist de nadruk leggen op het boek? Je gebruikt dan: 전체 of 전부. "Het hele boek" is 책 전체 of 책 전부, maar dat zal vaak onnatuurlijk klinken als het niet in de juiste context gebruikt wordt. In de meeste gevallen is het beter om 다 en een werkwoord te gebruiken.