TTMIK niveau 2 les 25
In het Nederlands lijken de woorden/zinsdelen "wanneer" en "een keer", "wie" en "iemand" en "waar" en "ergens"
niet veel op elkaar. Maar in het Koreaans plak je een uitgang achter het vragend voornaamwoord.
In het Koraans wijzig je bijvoorbeeld "wanneer" in "ooit/een dag" door de uitgang -ㄴ가 achter het woord voor "wanneer" 언제 te plakken. Hierdoor verandert 언제 in 언젠가.
Dezelfde regel kun je toepassen voor andere woorden:
언제 (wanneer) - 언젠가 (ooit)
뭐 (wat) - 뭔가 (iets)
누구 (wie) - 누군가 (iemand)
어디 (waar) - 어딘가 (ergens)
Voorbeelden:
언젠가 미국에 가고 싶어요. = Ik wil ooit een keer naar de VS gaan.
언제 미국에 가고 싶어요? = Wanneer wil je naar de VS gaan?
언젠가 일본에 갈 거예요. = Ooit zal ik naar Japan gaan.
언제 일본에 갈 거예요? = Wanneer ga je naar Japan?
뭐 찾았어요? = Wat heb je gevonden?
뭔가 찾았어요? = Heb je iets gevonden?
뭔가 이상해요. = Iets is raar.
뭐가 이상해요? = Wat is raar?
누구 만날 거예요? = Wie ga je ontmoeten?
누군가 왔어요. = Iemand kwam.
어디에 있어요? = Waar ben je?
여기 어딘가에 있어요. = Ik ben hier ergens.
Maar, heel belangrijk, in het Koreaans wordt deze regel niet altijd gebruikt. Wat wil dat zeggen? Dat je voor "ergens" in plaats van 언젠가, 언제 kunt gebruiken. En voor "iets" 뭐, 어디 voor ergens, en 누구 voor iemand.
Het verschil tussen 언제 en 언젠가 is groter dan tussen de andere woorden, maar in veel situaties kun je ook 언제 in plaats van 언젠가 gebruiken.
Als je het originele vragend voornaamwoord gebruikt in plaats van de -ㄴ가 uitgang moet je goed op de intonatie letten. De klemtoon moet op het werkwoord liggen en niet op het vragend voornaamwoord.
Voorbeelden:
뭐 샀어요? (nadruk op 뭐)
= Wat heb je gekocht?
뭐 샀어요? (nadruk op 샀어요)
= Heb je wat gekocht?
언제 중국에 갈 거예요? (nadruk op 언제)
= Wanneer ga je naar China?
언제 중국에 갈 거예요? (nadruk op 갈 거예요?)
= Zal je ooit naar China gaan?